Effectieve behandeling voor dissociatieve stoornissen kan bestaan uit een combinatie van verschillende methoden. Meestal is dat psychotherapie, eventueel in combinatie met lichaamsgerichte therapie. Dat wordt bij voorkeur gegeven door iemand die veel kennis over, en ervaring met dissociatieve stoornissen heeft. Als je ook traumatische ervaringen hebt, is het vaak nodig dat je behandelaar weet hoe dissociatie werkt en wat er nodig is om de traumabehandeling voor jou behulpzaam te maken. Er zijn bijvoorbeeld aangepaste technieken voor het geven van EMDR, de huidige standaard voor traumabehandeling. Medicatie kan deel zijn van de behandeling om bepaalde klachten (zoals slapeloosheid of depressiviteit) te verminderen. Er bestaat echter geen medicijn tegen dissociatie.

Het kan zijn dat je door je psychische klachten moeite hebt met alledaagse dingen, zoals het huishouden doen, je rekeningen op tijd betalen of de deur uit komen. Als dat bij jou ook zo is, is professionele ondersteuning op dat gebied misschien fijn of nodig. Zodat je minder stress hebt en beter voor jezelf kunt leren zorgen.

Onderzoek toont aan dat lichaamsgerichte therapie in combinatie met praat-therapie (psychotherapie) kan bijdragen aan herstel. Het doel van therapie wordt altijd bepaald samen met jou als cliënt. Bij dissociatieve stoornissen kan het een belangrijk doel zijn dat je meer contact gaat ervaren met je eigen lichaam of de wereld om je heen. Veel mensen vinden het heel lastig om intense gevoelens te verdragen, en hebben hulp nodig om daarmee te leren omgaan. Als je ook interne delen ervaart (meestal heb je dan de diagnose AGDS of DIS), is specifiek aandacht nodig voor hoe je jezelf beter kunt leren begrijpen en interne strijd en chaos verminderen.

Vriendelijker voor jezelf leren zijn kan een flinke uitdaging zijn, maar wel de sleutel tot wat meer rust in je hoofd en lijf. Het is tot slot belangrijk dat je je serieus genomen voelt in therapie. De relatie met je behandelaar (de ‘klik’) is ook belangrijk: je hebt voldoende vertrouwen om samen te (gaan) werken en je open te (leren) stellen. Het helpt als je vertrouwen hebt in de therapievorm en dat die aansluit bij wat jij belangrijk vindt en nodig hebt.

Lange tijd werd bij DIS en AGDS tijdens behandeling vooral gewerkt volgens het driefasenmodel, maar inmiddels wordt er vooral gebruik gemaakt van een combinatie van methoden. Voor DPDR geldt, dat er helaas nog steeds weinig bekend is over effectieve behandelmethoden, en dat meer onderzoek voor deze groep hard nodig is. Meestal worden voor alle dissociatieve stoornissen ook lichaamsgerichte technieken ingezet. Er zijn nieuwe wetenschappelijke inzichten en er wordt eerder begonnen met traumabehandeling, zodat bijvoorbeeld de last van herbelevingen verminderd wordt.

Mensen die veel last hebben van dissociatie, hebben bovengemiddeld vaak te maken gehad met vroegkinderlijke en/ of herhaaldelijke traumatisering. Ook is er bovengemiddeld vaak sprake van een onveilige of verstoorde hechting, waardoor mensen vaker wantrouwen, angst of boosheid ervaren. Dit heeft invloed op de behandeling, en vraagt geduld, steun en (zelf)bewustzijn van de therapeut.

Behandelmethodes en theorieën

In dit overzicht vind je verschillende psychologische theoriën en behandelmethodes bij dissociatieve stoornissen en/ of complex trauma. Bekijk ook de uitgebreide gids van psychosenet.nl als je meer wilt weten over behandeling in de ggz (geestelijke gezondheidszorg) in het algemeen.

Er zijn meerdere (werk)boeken die zich richten op de behandeling van traumagerelateerde dissociatie, waaronder de boeken van Janina Fisher, Pat Ogden en Onno van der Hart. Je vindt hier een overzicht. Je kunt er ook zelf mee aan de slag als je (nog) geen therapie hebt. In onze bibliotheek voor leden kun je kosteloos deze boeken lenen.

Een overzicht van verschillende therapievormen die momenteel worden ingezet:

Driefasenmodel

Bij de behandeling van DIS en AGDS wordt in de meeste gevallen uitgegaan van een benadering die gericht is op drie fasen. Niet in alle gevallen is het echter voor iedereen mogelijk of wenselijk om alle drie de fasen te doorlopen. Dit is de klassieke behandeling bij DIS, maar de inhoud en afbakening van deze fases is aan verandering onderhevig. Je zou kunnen zeggen dat dit niet zozeer een behandelmethode, maar een behandelvorm is. De fases zijn:
1. Symptoomreductie en stabilisatie, zodat de patiënt weerbaarder wordt en de taken die bij het dagelijks leven horen beter aan kan.
2. Behandeling van traumatische herinneringen als dit mogelijk is, en deze wordt steeds afgewisseld met stabilisering.
3. Reïntegratie. De behandeling is er op gericht de patiënt een nieuwe levensstijl te laten ontwikkelen, een stijl die hoort bij een geïntegreerde persoonlijkheid. Deze fase wordt waar nodig opnieuw afgewisseld met de eerdere fases.

EMDR

EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) is momenteel de meest gebruikte therapeutische methode om trauma te behandelen. Ze wordt als voorkeursbehandeling genoemd bij traumatherapie vanwege de effectiviteit in het algemeen. Maatwerk bij dissociatieve stoornissen is voor het toepassen van deze methode noodzakelijk, en moet bij voorkeur ingebed in een bredere behandeling plaatsvinden (bron). De methodieken die toegepast worden voor de behandeling van (complexe) ptss blijken in de praktijk lang niet altijd werkzaam voor mensen met een dissociatieve stoornis. In de literatuurlijst vind je een boek (“EMDR bij complex trauma en dissociatie”) dat dieper in gaat op EMDR bij dissociatie. Lotgenoten die baat hebben gehad bij EMDR benoemen vooral de intensieve, maar behulpzame manier waardoor zij in het dagelijks leven minder getriggerd worden en meer rust ervaren.
Lees meer over EMDR.

Schematherapie

Schematherapie wordt steeds vaker ingezet bij dissociatieve stoornissen, met name bij DIS en AGDS. Het is het behandelmodel waar het meest onderzoek naar wordt gedaan in Nederland, om te kijken of deze behandelvorm de voorkeur heeft boven andere vormen. De methode biedt een specifieke taal om interne patronen te herkennen en benoemen (schema’s en modi), en zal interne delen binnen deze kaders plaatsen. In de meeste gevallen wordt deze methode echter gebruikt in combinatie met andere technieken.
Lees meer over schematherapie.

Vaktherapie: lichaams- en ervaringsgerichte methoden

Psychomotore therapie (PMT) of andere lichaams- of belevingsgerichte therapiën kunnen een waardevolle aanvulling of zelfstandige therapie zijn voor mensen die veel last hebben van dissociatie, en moeite hebben om hun lichaam te voelen en/ of zich te uiten. Denk bijvoorbeeld aan muziek-, dans-, creatieve of dramatherapie. Er zijn ook lichaamsgericht therapeuten die zich gespecialiseerd hebben in therapie in de buitenlucht. Doordat er zo veel vormen zijn, kun je kiezen wat bij jou past.

Internal Family Systems Model

Internal Family Systems (IFS) werd ontwikkeld door Richard Schwartz. Dit model wordt vooral in de Verenigde Staten wordt gebruikt, en de laatste jaren in Nederland steeds vaker ingezet. IFS gaat er van uit dat ieders geest uit ‘delen’ (parts) bestaat. Onze innerlijke delen bevatten waardevolle kwaliteiten. In IFS zijn alle delen welkom en wordt interne dialoog en nieuwsgierigheid aangemoedigd. Deze therapie is overigens niet alleen gericht op/ ontwikkeld voor mensen met die dissociëren en interne delen ervaren.
Lees meer over Internal Family Systems (engels)

Sensorimotor therapie

Sensorimotor Psychotherapie (SP) is in de jaren ‘80 in de Verenigde Staten ontwikkeld door Pat Ogden. In de visie van SP vertelt het lichaam het eigen levensverhaal, waarbij emoties en gedachten naar boven komen. Het lichaam en de lichaamssensaties vormen daarmee het belangrijkste aanknopingspunt voor een behandeling. Centraal staat dat bij de cliënt een verandering (transformatie) pas blijvend kan zijn als die ook werkelijk ervaren en belichaamd wordt in het hier en nu. Hierbij vormt een afgestemde, vertrouwde en veilige therapeutische relatie de basis.
Lees meer over Sensorimotor Therapie (engels)

Somatic Experiencing

Somatic Experience is een lichaamsgerichte methode gericht op het helen van trauma’s. De sensaties in het lichaam staan centraal en worden gezien als de sleutel tot verwerking. Gewaarwording van lichamelijke sensaties als warmte, koude, en veranderingen in hartslag of ademhaling kan het lichaam helpen om spanning te ontladen. Uitgangshouding voor de therapie is meestal zittend op een comfortabele stoel. In overleg kan ook gebruik gemaakt worden van aanraking. Naast gewaarwording van sensaties, worden interne en externe hulpbronnen ingeroepen. De therapie werd ontwikkeld door Peter A. Levine.
Lees meer over Somatic Experiencing (engels)

Polyvagaal Theorie

De polyvagaal theorie is de theorie die gaat over de neurobiologie van gevoelens van veiligheid. Het richt zich op de biologische systemen die de basis vormen voor ons gevoel van veiligheid en sociaal betrokken zijn. De theorie werd ontwikkeld door Stephen Porges.
Lees meer over de polyvagaal theorie (engels)

Medicatie

Tegen dissociatie op zichzelf bestaat geen medicatie. Wel kan medicatie een indirecte invloed hebben op dissociatie, zowel in positieve als in negatieve zin. Het kan bijvoorbeeld dissociatie versterken waardoor je (nog) minder contact voelt met jezelf of met je omgeving. Of je kunt juist minder last hebben van dissociatie omdat je beter slaapt of minder angstig bent. Vaak wordt medicatie voorgesteld als je je voortdurend erg angstig of onrustig voelt, wanneer je weinig slaapt of als je erg somber bent. Soms schrijft de huisarts dit voor, maar meestal doet een psychiater dat. 

Dissociatie betekent vaak in dat je minder goed je lijf kunt voelen, of dat je veel last hebt van chaos, wisselingen in je beleving of dat je niet meer alles onthoudt. We raden daarom behandelaren extra voorzichtigheid aan, en te zoeken naar manieren waarop jullie samen kunnen kijken naar wat het effect is. Het kan aan de buitenkant lijken of het beter met iemand gaat, terwijl iemand zich niet beter voelt. In de praktijk is het vaak een afweging tussen de voor- én nadelen. Wat voor jou het zwaarst weegt, kan alleen jij bepalen. 

Het effect van medicijnen verschilt sterk per persoon, en het is jammer genoeg niet te voorspellen welke medicatie behulpzaam voor jou is. De ervaringen van lotgenoten zijn sterk uiteenlopend, van heel positief tot heel negatief. We weten bijvoorbeeld van meerdere lotgenoten dat zij een stapeling aan medicijnen kregen voor andere klachten, en dat pas veel later een dissociatieve stoornis werd vastgesteld. Bij hen had veel leed voorkomen kunnen worden als er tijdig en adequate diagnostiek was geweest met (eventueel) passende medicatie. Tegelijkertijd zijn er ook lotgenoten die kunnen functioneren dankzij medicatie die hen helpt te slapen of zich minder angstig te voelen. Dit kan dagelijkse medicatie zijn, maar ook ‘noodmedicatie’: ze hebben dan een gepaste hoeveelheid in huis en kunnen extra aanvragen wanneer ze een moeilijke periode hebben.

We kunnen vanwege die grote individuele verschillen geen uitspraak doen of medicatie aan- of af te raden is bij dissociatieve stoornissen. Er zijn inmiddels wel verschillende websites met uitgebreide informatie waar je terecht kunt, waaronder KenMed (Kenniscentrum Medicatie in de psychiatrie) en de keuzehulpen antipsychotica en antidepressiva van Psychosenet. Lees ook onze nieuwsberichten over medicatie.

Tips bij medicatie-gebruik

Besluit je medicatie uit te proberen? Dit zijn tips, ervaringen en overwegingen van lotgenoten:

  • Een lagere startdosering dan standaard is, kan behulpzaam zijn. Meerdere lotgenoten noemen dat zij gevoeliger lijken te zijn voor de effecten en bijwerkingen van antidepressiva en antipsychotica. Een lage startdosering hen hielp om de effecten van medicatie te kunnen blijven volgen. Verhoog vervolgens in kleine stapjes, om te kunnen blijven volgen hoe het met je gaat.
  • Houd een dagboek of app bij waarin je noteert wat je opvalt en hoe je je voelt. Zet eventueel één- of tweemaal daags een herinnering in je telefoon om je te helpen het dagboekje ook echt in te vullen. Houd in ieder geval een aantal – voor jou relevante – zaken standaard bij, zodat je kunt vergelijken over een langere periode. Als het niet altijd lukt, geeft dat niet. Pak gewoon de draad op en laat los wat je niet meer helder hebt. Probeer vriendelijk te zijn tegen jezelf: je doet je best!
    • Vind je het lastig om te bepalen hoe het met je gaat of hoe je je voelt? Je kunt ook andere indicaties bijhouden. Bijvoorbeeld hoe het met je planten gaat, hoe vaak je buiten komt, hoe vaak je de afwas doet en hoe vaak je contact hebt met anderen. Of hoe vaak je iets wilt ondernemen, en hoe vaak dat lukt.
  • Gewichtsverandering komt vaak voor als bijwerking bij antipscyhotica en antidepressiva. Het kan helpen om vanaf het begin ondersteuning te vragen om in beweging te blijven en/of gezonde maaltijden te maken en eten. Als je plotseling meer of minder gaat eten wanneer je start met medicatie, heeft dat niets te maken met je wilskracht. Dat is een biologische reactie als gevolg van de medicatie. Maar het kan ook zijn dat je eetpatroon verandert doordat je depressief of somber bent. Op een gezonde manier blijvend afvallen is voor iedereen moeilijk, dus als er iets is dat jou kan helpen dat te voorkomen, is dat fijn.
  • Het kan behulpzaam zijn om iemand die jou goed kent en die je vertrouwt, te vragen om met je mee te kijken of er iets verandert/ opvalt. Vooral wanneer je zelf niet meer zo goed kunt voelen of denken (en dissociatie dus ongemerkt bij jou versterkt wordt), kan een naaste je waardevolle informatie geven. Je mag deze persoon ook meenemen naar het gesprek met je arts of psychiater als je dat prettig vindt.
  • Stoppen met medicatie kan met behulp van baxterrols of taperingsstrips. Beide zijn manieren om afgepaste, apart verpakte doseringen te verstrekken. Baxterrols worden meestal vergoed door de verzekering, taperingsstrips niet. Het verschil is dat taperingsstrips optimaal aangepast kunnen worden aan jouw tempo voor op- of afbouw. Je kunt je apotheker of arts vragen naar de mogelijkheden.

Een therapeut vinden

Eén van de vaakst gestelde vragen bij Caleidoscoop is: “Weten jullie waar ik terecht kan voor passende hulp?” We horen van veel lotgenoten dat zij nergens terecht kunnen, of lang moeten wachten. Vaak is het lastig om een behandelaar of instelling te vinden die voldoende kennis en ervaring heeft met dissociatieve stoornissen.

We houden een lijst bij van behandelaars in Nederland die getipt worden door onze leden en/ of die zelf hebben aangegeven behandeling te bieden voor mensen met een dissociatieve stoornis.

De lijst met hulpverleners vind je hier. Alleen behandelaren, ondersteuners en instellingen die toestemming hebben gegeven, staan op deze pagina. Aanvullingen en tips zijn van harte welkom.

Online databases met psychologen, psychiaters, ggz-instellingen en andere professionals in de ggz

  • www.kiezenindeggz.nl | Momenteel werkt het filter ‘dissociatieve stoornissen’ niet op kiezenindeggz. We zijn in contact met onder meer MIND om een oplossing te vinden.
  • www.zorgkaartnederland.nl | Zorgkaart Nederland is afhankelijk van de reviews van patiënten/ cliënten die hun ervaring willen delen met een behandelaar, ondersteuner of instelling met betrekking tot dissociatieve stoornissen. Momenteel zijn er nog te weinig recensies om het filter zichtbaar te maken. Je kunt helpen door zelf een recensie achter te laten op Zorgkaart Nederland bij de betreffende behandelaar(s) die je hebt gehad en waar je bent behandeld voor een dissociatieve stoornis.

Wachtlijsten en aanmeldstops

Sta je op een wachtlijst? Of kun je helemaal niet bij terecht in de ggz, bijvoorbeeld omdat er geen gespecialiseerde hulpverlener bij jou in de buurt is of omdat er een aanmeldstop is? Dit komt jammer genoeg veelvuldig voor bij mensen die (mogelijk) een dissociatieve stoornis hebben. Je kunt onder andere je zorgverzekeraar bellen om te vragen om wachtlijstbemiddeling en ze te laten weten dat je hulp nodig hebt, maar lang moet wachten. Onder aan deze pagina vind je links waar je terecht kunt voor meer informatie en andere vormen van ondersteuning.

Rechten en plichten in de ggz

Zowel behandelaar als cliënt hebben rechten en plichten gedurende de behandeling, maar ook daarna. Deze zijn vastgelegd in de Wet op de Geneeskundige Behandelovereenkomst (WGBO).

Samen met je behandelaar maak je afspraken over de behandeling, bijvoorbeeld over wat je wilt bereiken en op welke manier. Deze afspraken worden vastgelegd in het behandelplan en regelmatig besproken en zo nodig bijgesteld. Je hebt recht op informatie over diagnose, behandelvoorstel en eventuele andere behandelmogelijkheden. Soms is er voor het stellen van een diagnose extra onderzoek nodig. Dan krijg je van tevoren informatie over werkwijze en doel van het onderzoek. De behandelaar legt in begrijpelijke taal uit wat er volgens hem/ haar aan de hand is en wat mogelijk behulpzaam zou zijn. Wanneer iets niet duidelijk is, mag je de behandelaar altijd om uitleg vragen.

Je krijgt ook zelf een exemplaar van het behandelplan; dit kan ook in een beveiligde online omgeving zijn. De behandeling begint als je hebt ingestemd met dat plan. Deze toestemming mag je altijd weer intrekken; als cliënt/ patiënt mag de behandeling op ieder moment worden beëindigd. Als je wilt, kun je vragen om een andere behandelaar. We raden aan om zo mogelijk altijd eerst met je huidige behandelaar te bespreken wat er aan de hand is en waarom je wilt stoppen. Ook als je merkt dat bepaalde dingen wel of juist niet zo behulpzaam zijn voor je tijdens de behandeling, raden we je aan om dit bespreekbaar te maken, hoe spannend dat ook kan zijn.

De behandelaar zelf heeft niet het recht de behandeling zomaar te stoppen: er moet sprake zijn van zwaarwegende redenen. Als hij of zij besluit de behandeling eenzijdig te beëindigen, is hij/ zij verplicht om dat besluit op tijd duidelijk te maken en uit te leggen waarom de behandeling stopt. Daarnaast adviseert hij je zo goed mogelijk over het vervolg en draagt zorg voor een adequate verwijzing wanneer dat nodig is (bron: beroepscode NVP).

Waar kun je terecht voor meer informatie, wachtlijstmiddeling en praktische of juridische hulp?